Dé Sinterklaas Muziekkwartier Challenge

Leuk dat jullie meedoen!

We gaan samen heel veel plezier beleven, maar het is meer dan dat: het doet ook iets met de ontwikkeling van de kinderen.
De creativiteit wordt aangesproken, er zijn ontdekspelletjes, luisterspel en spel vol fantasie.
We spelen zowel binnen als buiten.
Natuurlijk allemaal met de leukste muziekspelvormen.
De meesten spelvormen zijn geschikt voor 0-4 jaar,
sommige spelvormen hebben een aparte versie voor de jongste baby’s.

Eén Sinterklaasliedje: acht spelvormen.
Acht spelvormen, met elk weer eigen variaties, passend bij jouw groep:

1: Basisspel
2: Klopspel-Klapspel
3: Handstandjes / + extra babyspel
4: Kiekeboe!
5: Poppenspel
6: Rollenspel / + extra babyspel
7: Geluidenspel / + extra babyspel
8: Trommelspel

Hoe werkt het?
Bekijk de video. Je kan het ook samen met de kinderen bekijken en meespelen.
(De babyvideo is alleen voor uitleg bedoeld.)
Speel je alles live? Dan kan je de zang helemaal live doen,
of je maakt gebruik van de mp3 (met zang of karaoke).
Meestal willen ze het daarna nóg een keer, of de vorige video ook nog herhalen.
Jullie kiezen dat helemaal zelf!
Natuurlijk is het voor baby’s fijn om veel te herhalen en willen peuters meer variatie.

Het is echt een aanrader om elke spelvorm vaker te doen.
Vaker achter elkaar én vaker in de week.

Ben je abonnnee van Het Muziekkwartier?
Je ontvangt in je eigen inspiratie-nieuwsbrief extra informatie, passend bij de muziekkaart.
Dus check vooral je mail!

Hoor wie klopt daar kinderen - met zang

met Félice van der Sande | Sinterklaas Muziekchallenge

Hoor wie klopt daar kinderen - KARAOKE

met Félice van der Sande | Sinterklaas Muziekchallenge

VIDEO 8: Trommelen!

Geef iedereen één trommel, een doosje, of een stevig bordje waarop getrommeld mag worden.

De trommel is jullie raam/deur/hek/ …
Speel variaties met kloppen, tikken met een vinger, tikken met een nagel, slaan op de trommel, …
Ontdek allerlei geluiden.
Houd de trommel als een mijter boven je hoofd vanaf ‘Sint Nicolaas’.
Houd de trommel voor je gezicht bij ‘in een of andere hoek’.
Kom tevoorschijn bij ‘koekoek!’.

VIDEO 7a: Geluiden overal!
Video 7b: Babyspel

Ga binnen en buiten overal geluiden zoeken:
de deurbel, klepperen met de brievenbus, de buitendeur, misschien een schuurdeur of tuinhek?
Waar zou Sint allemaal langs kunnen komen?

Extra optie: Geef elk kind een ‘staf’: zoek buiten een takje of geef ieder kind een ander stokje.

Hij kan kloppen, tikken, rammelen aan het hek, met zijn staf ergens tegenaan tikken.
Doe de klop- en tikspelletjes en zing daarna het lied steeds.

Babyspel: Waar is Sinterklaas?
De baby gaat de geluiden volgen
Neem een doosje of trommel of iets anders wat een fijn geluid geeft als je erop klopt.
Houd het doosje links van de baby en klop erop.
Houd het doosje rechts van de baby en klop erop.
Varieer steeds van richting: boven, beneden, achter, voor, links, rechts, …
Zing tussendoor steeds het lied en speel daarbij op het eind kiekeboe met het doosje.

VIDEO 6a: Rollenspel
Video 6b: Babyspel

Speel vooraf (of eerder op de dag) het poppenspel van video 5.

Kinderen verkleden zich als Sint en spelen het poppenspel helemaal na.
Voor het verkleden is een rood lapje op je hoofd of over je schouders misschien al voldoende.
Speel het in een speelhuisje of achter een grote doos of bij een echte deur en raam.
Speel precies hetzelfde als het poppenspel, maar nu doen jullie het zelf!

Babyspel
Speel met de pop van Sinterklaas één-op-één voor de baby.
Verstop het popje achter je en laat het weer tevoorschijn komen.
Op het eind kan de baby het popje vastgrijpen.

VIDEO 5: Poppenspel

Neem een popje van een Sinterklaas.
Maak een ‘theatertje’ door bijv. een doos met een doek eroverheen voor je te zetten.

Verstop de pop van Sinterklaas achter de doos.
Zing het lied, klop daarbij op de doos (dit geeft een mooi geluid).
Bij ‘Sint Nicolaas’ komt hij tevoorschijn en beweegt met de muziek mee heen en weer.
Bij ‘in een of andere hoek’ verstopt hij zich, bij ‘koekoek!’ komt hij weer tevoorschijn.

Speel aansluitend of later op de dag het spel van video 6.

VIDEO 4: Kiekeboe!

Gebruik een doekje (lapje, washandje, vaatdoekje, dansdoekjes…) Geef iedereen er één.
Verstop je achter het doekje en zing: ‘Sinterklaas is verdwenen’.
Speel aansluitend met de woorden ‘klop klop‘ en ‘tik tik‘.

Ga kloppen overal om je heen: kies een variatie die jullie leuk vinden .

Maak in de 2e helft van het lied een mijter van het doekje: Leg het op je hoofd. Peuters houden het vaak al omhoog als een echte hoge mijter.

Houd ten slotte bij het einde het doekje voor je gezicht: ‘koekoek!

VIDEO 3a: Handstandjes

Voor peuters. Kijk naar 3b voor de babyvideo.

Gebruik je hele omgeving

Kloppen: vóór het lied start je met het kloppen. Dit kan je doen op de altijd leuke Oermelodie of helemaal zonder zang. Luister samen naar de klank. Kinderen voelen ook dat de oppervlaktes verschillen: een interessante ervaring.

Ga nu variëren als de kinderen daar aan toe zijn:
Klop je met één hand? Met de andere hand? Met twee handen?

 

Ga ook tikken in plaats van kloppen: tik met één vinger, andere vinger, twee vingers, alle vingers, vingers om de beurt?
Klinkt het hard of zacht? Pas daarop de tekst aan: zachtjes/harder, hard / heel hard, …

Maak in de 2e helft van het lied weer een mijter van je armen.
En ten slotte houden jullie je handen voor je gezicht: ‘koekoek!’.

VIDEO 3b: Het baby aanraakspel

De baby ligt voor je op de rug, gezicht naar je toe.
Zoals op de verschoontafel, op je benen of op de grond tussen je benen.

Zing het lied.
‘Klop’ daarbij met je platte vingers zachtjes drukkend op het lijfje van de baby.
Houd elke beweging voorspelbaar en zorg dat de baby je aanraking aan ziet komen.
Klop bijvoorbeeld van de voetjes naar de buik, of op de handjes tot de schouders.

Vanaf ‘Sint Nicolaas’ wieg je de baby heen en weer op je benen,
of: je laat de baby jouw handen vastgrijpen en beweegt zo samen heen en weer,
of: je omvat de baby en gaat zo samen heen en weer.
Op het einde speel je samen kiekeboe!

VIDEO 2: Het Klopspel/Klapspel

Gebruik daarvoor je omgeving.
Klop weer op het raam, maar nu ook op van alles om je heen:
de deur, een andere deur, de muur, de vloer, het raam in de deur, ….

Maak in de 2e helft van het lied weer een mijter van je armen.
En ten slotte houden jullie je handen voor je gezicht: ‘koekoek!’.

VIDEO 1: Basisspel

Doe mee met het muziekspel bij het lied ‘Hoor wie klopt daar kinderen?’

De eerste video is heel kort: maar één minuut.

De eerste keer leren kinderen het spel en het lied nog kennen. Herhaal het dus gerust nog heel vaak.

VIDEO 4: Kiekeboe!

Gebruik een doekje (lapje, washandje, vaatdoekje, dansdoekjes…) Geef iedereen er één.
Verstop je achter het doekje en zing: ‘Sinterklaas is verdwenen’.
Speel aansluitend met de woorden ‘klop klop‘ en ‘tik tik‘.

Ga kloppen overal om je heen: kies een variatie die jullie leuk vinden .

Maak in de 2e helft van het lied een mijter van het doekje: Leg het op je hoofd. Peuters houden het vaak al omhoog als een echte hoge mijter.

Houd ten slotte bij het einde het doekje voor je gezicht: ‘koekoek!

VIDEO 3a: Handstandjes

Voor peuters. Kijk naar 3b voor de babyvideo.

Gebruik je hele omgeving

Kloppen: vóór het lied start je met het kloppen. Dit kan je doen op de altijd leuke Oermelodie of helemaal zonder zang. Luister samen naar de klank. Kinderen voelen ook dat de oppervlaktes verschillen: een interessante ervaring.

Ga nu variëren als de kinderen daar aan toe zijn:
Klop je met één hand? Met de andere hand? Met twee handen?

 

Ga ook tikken in plaats van kloppen: tik met één vinger, andere vinger, twee vingers, alle vingers, vingers om de beurt?
Klinkt het hard of zacht? Pas daarop de tekst aan: zachtjes/harder, hard / heel hard, …

Maak in de 2e helft van het lied weer een mijter van je armen.
En ten slotte houden jullie je handen voor je gezicht: ‘koekoek!’.

VIDEO 3b: Het baby aanraakspel

De baby ligt voor je op de rug, gezicht naar je toe.
Zoals op de verschoontafel, op je benen of op de grond tussen je benen.

Zing het lied.
‘Klop’ daarbij met je platte vingers zachtjes drukkend op het lijfje van de baby.
Houd elke beweging voorspelbaar en zorg dat de baby je aanraking aan ziet komen.
Klop bijvoorbeeld van de voetjes naar de buik, of op de handjes tot de schouders.

Vanaf ‘Sint Nicolaas’ wieg je de baby heen en weer op je benen,
of: je laat de baby jouw handen vastgrijpen en beweegt zo samen heen en weer,
of: je omvat de baby en gaat zo samen heen en weer.
Op het einde speel je samen kiekeboe!

VIDEO 2: Het Klopspel/Klapspel

Gebruik daarvoor je omgeving.
Klop weer op het raam, maar nu ook op van alles om je heen:
de deur, een andere deur, de muur, de vloer, het raam in de deur, ….

Maak in de 2e helft van het lied weer een mijter van je armen.
En ten slotte houden jullie je handen voor je gezicht: ‘koekoek!’.

VIDEO 1: Basisspel

Doe mee met het muziekspel bij het lied ‘Hoor wie klopt daar kinderen?’

De eerste video is heel kort: maar één minuut.

De eerste keer leren kinderen het spel en het lied nog kennen. Herhaal het dus gerust nog heel vaak.